­

Blog

Inleiding
Ter voorbereiding op het concert zingen ze hun duet. Halverwege stopt de tenor, ‘nee, zo wil ik het niet’. De kritiek is gericht op de sopraan. Ik weet dat ze in hun gezamenlijke repetities gewerkt hebben aan ‘zacht zingen en op elkaar afstemmen’. Ze waren net begonnen met het duet en het was me opgevallen dat ze haar best deed, de hoogste noten waren er nog niet helemaal maar ze deed haar best, ik vond het eigenlijk wel mooi.

Ik reageer voor mijn doen behoorlijk pittig: ‘stil, ik ben hier de baas!’ De baas? Zo doe ik nooit!
De tenor zet zich ook schrap, ‘ik ben het niet met je eens, maar laat maar zitten, ik zing wel verder’. Ongemakkelijk gaan we door, als het stuk klaar is schuif ik de stoelen naar voren, tijd voor een goed gesprek. Eerst maar de sopraan aan het woord, ze is geschrokken van de stevige feedback, ze had echt geprobeerd op hem in te zoemen, misschien stonden ze nu wel te dicht bij elkaar, dat het daarom zo hard klonk. Ik voel met haar mee.

Ik ken de tenor al langer, hij is een goede zanger, heeft veel ervaring, hij weet hoe iets klinken kan en nog belangrijker, hoe hij dat bereiken kan. Ik weet ook dat hij een emotionele periode achter de rug heeft, waarom reageer ik dan zo streng? De sopraan zingt nog niet zo lang, zij is muzikaal maar heeft haar stem nog niet altijd onder controle. Het lijkt alsof ik voor haar partij gekozen heb, waarom?

Na de les maakt mijn man, ook musicus, een opmerking over wat hij heeft gehoord, het zijn twee goede zangers maar ze mochten wel wat meer naar elkaar toe kleuren. Ik merk dat zijn feedback steekt. Ik heb het met het gesprek toch goed opgelost of heb ik iets laten liggen?

Overdracht en tegen-overdracht
Wanneer je, zoals in een zangles, met mensen werkt heb je onwillekeurig te maken met overdracht en tegen-overdracht. Overdracht komt vanuit de leerling die in jou een lieve juf ziet of er juist van uitgaat dat je wel kritiek zal hebben, al naar gelang haar/zijn eerdere ervaringen. Maar er is ook sprake van tegen-overdracht, dat betekent dat ik als docent, op eenzelfde manier mijn leerlingen allerlei gedachten en gevoelens in de mond leg, al naar gelang mijn eerdere ervaringen.

Jaren geleden had ik een man op les die altijd een ongeïnteresseerde uitdrukking op zijn gezicht had. Dat was althans mijn interpretatie, ongeïnteresseerd, hij vond mijn lessen vast stom. Ik werd er onzeker van. Op een goede dag vertelde hij over zijn kleinkinderen en zijn gezicht straalde. De les erop waagde ik me aan het gesprek: ‘hoe ervoer hij de lessen tot nu toe?’ Heel leuk maar best wel moeilijk, hij wilde de aanwijzingen zo goed mogelijk opvolgen. Door mijn eigen onzekerheid had ik de uitdrukking op zijn gezicht onjuist geïnterpreteerd.

Terug naar de les. Ik schrik als de tenor zo boos wordt, het lijkt alsof het tegen mij is, een oude kritiek op mijn zingen ‘niet zo hard, niet zoveel vibrato, luisteren’. Ik had mij onbewust met de sopraan geïdentificeerd en vervolgens gedaan alsof de kritiek haar wel net zo onzeker zou maken als mij toentertijd. Ik wil haar beschermen en dus roep ik de tenor een halt toe met ‘ik ben de baas’.

First things first
Hoewel ik niet trots ben op mijn ‘ik ben de baas’, het heeft uiteindelijk een heleboel verhelderende acties tot gevolg. We hebben een goed gesprek, emoties mogen er zijn en uiteindelijk wordt het vertrouwen in elkaar weer uitgesproken. En, ze hebben op het concert prachtig gezongen!
Ook voor mijzelf is het verhelderend. Na de opmerking van mijn man merk ik dat ik ook door emoties gekleurd was, ofwel mijn tegen-overdracht, dat ik daarom partij koos voor de sopraan en de tenor het moest ontgelden.

Wanneer we met elkaar werken, in welke relatie vorm dan ook, is er sprake van interactie, een wisselwerking tussen actie en re-actie. In de meeste gevallen zijn wij in staat om rustig op elkaar te reageren en elkaar positief te stimuleren. Wanneer een interactie niet lekker verloopt is dat vaak onder invloed van emoties, opgeroepen door onder andere (oude) verwachtingen, patronen of angsten. Deze emoties schieten er ongecontroleerd uit en kunnen in het ergste geval relaties kapot maken.

In dit lesvoorbeeld is dat gelukkig niet het geval. Wel is het zo dat de aandacht sterk op de emoties gericht was waardoor er in die les even geen aandacht kon zijn voor andere zaken zoals dynamiek en samen kleuren. Dat moet dan wachten tot een volgende les.

Ik ben van mening dat ik me ten alle tijde bewust moet blijven van onderliggende emoties, overdracht en tegenoverdracht, van de wisselwerking tussen mij en de ander, met name in de kwetsbaarheid van leersituaties. Hoe meer inzicht en openheid, hoe veiliger het is om te leren, te zingen en te musiceren.

Karin

­